Thumbnail D&D Kronieken 1

Door: Thijs Zumbrink
16-10-2011 05:12

Onze afgelopen Dungeons and Dragons sessie is vlotjes verlopen. Ik zou zelfs haast beweren dat we nog nooit zo'n aangenaam gevecht hebben gehad! Als onze vijanden werkelijke lichamen hadden, dan zouden hun hoofden meters ver gevlogen hebben om vervolgens hard de muur te raken.

Na ontwaakt te zijn in de Evening Star Inn in Freedale, en daar ons ontbijt genuttigd te hebben, zijn we op stap gegaan richting Mount Doom. We hebben namelijk de opdracht om daar een duistere figuur op te ruimen. Mount Doom heeft een beetje een speciale betekenis voor ons, het een referentie naar The Lord Of The Rings. Sylaine heeft in het verleden een keer een wapen weten te verkopen aan iemand, waarbij zij gebluft heeft dat het wapen ooit van Sauron was geweest. Het wapen bracht extra geld op, maar daar bleef het niet bij! Sylaine bleef doorgaan en wist op een gegeven moment het halve dorp om de tuin te leiden! Daar denken we nog met een grijns aan terug.

We liepen verder richting Mount Doom, wat een tocht van zo'n 14 uur is te voet. Het eerste deel van de reis was zwaar en we hadden slecht weer. Gelukkig konden we ergens een tent opzetten in een wat beschut gebied onder een grote boom. We hebben meerdere malen gechecked of het geen magische boom was die ons op zou eten, en daarna sliepen we als roosjes. De volgende dag kwamen we een groepje mensen in de verte tegen. Ze waren met zijn vijven en reisden met paard en wagen. Onze groep is van nature een beetje wantrouwig, dus toen we ze in de verte zagen pakten we onze wapens, terwijl Holly in de bosjes dook en zich in de schaduwen verborg. Terwijl we ze lamzamerhand naderden leken ze van goede wil, dus borgen we de wapens weer op in de hoop dat ze ons er niet voor zouden verafschuwen. We maakten kennis met Mark the Merchant uit Freedale, en kochten wat kleine goederen van hem.

Aangekomen bij Mount Doom, dat we overigens al voor een deel 'opgeruimd' hadden, gingen we door naar het deel voorbij het drakenhol. We kwamen aan in een hal die perfect recht gebouwd was met hele gladde wanden. Aan de wanden hingen magische fakkels. We besloten om de eerste deur aan onze linker zijde te openen, waarachter zich een smederij verschool. Er was niemand aanwezig maar toch kwam er geluid uit de kamer. Zeer voorzichtig stuurden we Althea naar binnen en toen het veilig bleek kwam de rest ook gauw. In de ruimte stonden twee aambeelden waar magische hamers op sloegen. Verder waren er een wapenrek en zes ovens aanwezig. Hebberig haastten we ons naar het wapenrek en visten er een magisch wapen uit. Na veel angst (ja, we wantrouwen alles en iedereen) hadden we geconcludeerd dat het wapen veilig was om mee te nemen, en verlieten we de kamer.

Geplaatste afbeelding
Het gevecht met het vuurmonster. Klik voor een grotere afbeelding.

Althans, dat dachten we. De deur sloeg dicht en een van de ovens begon zich wat op te winden! Het vuur verplaatste zich naar buiten de oven en nam de vorm aan van een wezen gehuld in vlammen, welk ons direct aanviel. Gelukkig waren we flink in de overmacht en deelden we rake klappen uit! Vooral Alric (we konden niet goed zien of hij zichzelf nog goed onder controle had) hakte het wezen snel in mootjes, met zeer goede hulp van Holly die de vijand naarstig in zijn rug stak. Na een paar klappen veranderde het wezen in een hoopje as, en voelden wij ons overwinnaars. Helden van de dag, vernietigers van het kwaad. Onze roem was van korte duur want spoedig zou het vuur uit een tweede oven ons aanvallen. De vurige vijanden werden steeds talrijker, maar we bleven ons best doen om ze tot as te reduceren. De vuren uit de laatste twee ovens smolten samen tot een zeer groot wezen dat ons haast wist te intimideren. We hebben het wezen omsingeld met zijn allen (ja, Sylaine heeft zelfs de reuzen-kikker Archibald uit een andere dimensie gehaald om mee te doen) en hakten het ook in mootjes. De ene na de andere rake klap viel en nu konden we eindelijk met recht zeggen dat we het vuur getrotseerd hadden. Nog nooit eerder voelden we deze zekerheid, dit vertrouwen in onszelf en elkaar, om een gevecht zonder problemen te doorstaan.

Nadat Archibald terug was gekeerd naar het rijk der kikkers, werden er nog wel wat nare dingen over hem gezegd. Het is maar te hopen dat hij dit nooit te horen krijgt, anders verlaat hij Sylaine misschien en is ze aangewezen op de hulp van inktvissen, duizendpoten en spinnen...

Reacties
Log in of registreer om reacties te plaatsen.